Lichten branden niet |
|
a. |
Bedrading van de
accu defect |
Check de
accu-aansluitingen achter het zijkapje op losse bedrading
en/of schroeven |
b. |
Zekering
doorgebrand |
Vervangen door de
reserve-zekering |
c. |
Accu leeg |
Laad de accu op
(instelbare lader op maximaal ampérage en op 6,9V) |
|
|
|
|
|
|
De motor start niet |
|
a. |
Benzinetank leeg |
Vul de tank bij of zet
het kraantje open |
b. |
Bougie vonkt
niet optimaal |
Maak de bougie schoon en
droog |
c. |
Bougie verbrand |
Vervang door
een kouder type |
d. |
Verkeerde
elektrodeafstand (bougie) |
Stel deze in op een
afstand tussen de 0,5 en 0,6 mm |
e. |
Bougie
beschadigd |
Vervang de bougie |
f. |
Carburateur
overstroomt |
Haal de carburateur uit
elkaar en maak hem schoon |
g. |
Contactpunten
versleten |
Vervang de contactpunten |
h. |
Bougiekabel
kapot |
Vervang de bobine incl.
kabel |
i. |
Beschadigd of
kapot vliegwiel |
Controleer het vliegwiel
en de ontsteking op beschadigingen |
|
|
|
|
|
|
De motor wordt loopt slecht |
|
a. |
Ontstekingstijd
incorrect |
Stel de ontsteking af met
behulp van deze FAQ |
b. |
Carburateur
verstopt |
Haal de carburateur uit
elkaar en maak deze grondig schoon |
c. |
Carburateur of
cilinderkop los |
Zet de bouten goed vast |
d. |
Luchtfilter vies |
Maak de filter schoon met
behulp van perslucht |
e. |
De ketting moet
gesmeerd worden |
Smeer de ketting |
f. |
Uitlaatpoort of
demper dichtgekoold |
Ontkool de uitlaatpoort
met een schroevendraaier oid. en/of brand de uitlaat uit |
|
|
|
|
|
|
De motor valt uit onde belasting |
|
a. |
De bougie is van
een te warm type |
Vervang door een kouder
type |
b. |
Ontstekingstijd
incorrect |
Stel
de ontsteking af met behulp van deze FAQ |
|
|
|
|
|
|
De motor raakt oververhit |
|
a. |
Bij
autolube is het olieresevoir leeg |
Vul de
tweetaktolie bij in het Autolube tankje |
b. |
Te veel blokolie |
Laat olie weglopen totdat
deze het goede niveau bereikt |
c. |
Motorolie heeft
een te hoge viscositeit |
Laat de olie weglopen en
vul deze met SAE 10W30 motorolie |